Teksten

De inktman

Fragment

……………’ Een handeling die wij typisch Klein Hofmeijer zouden kunnen noemen, is de behoefte om de materie waarmee hij werkt zich eigen te maken. Dit hoort bij zijn proces. Als hij op een onbekende plaats aankomt om te werken, verkent hij eerst de omgeving. Vervolgens maakt hij zich vertrouwd met het materiaal. Het kan zelfs de aarde onder zijn voeten zijn die hij verwerkt in zijn schilderijen. De kunstenaar kiest dit materiaal bewust. Met de aarde als materiaal in de schilderijen, vertaalt hij daadwerkelijk zijn beleving van de omgeving. Op vergelijkbare manier vertaalt hij de kwetsbaarheid van gedachten in materie door kaarsvet als omlijsting te gebruiken. In zijn vroegere werk gebruikte hij zijn lakens en het papier dat hij tegenkwam bij het opruimen van de zolder van zijn ouders, zijn schoenen, koffiepads, wijn of viltdoeken (filters) van zijn wasdroger als materiaal. Daarmee zijn ook de gewone aspecten van zijn leven een deel van zijn kunst geworden. Helemaal in de traditie van Joseph Beuys en zijn leer: “Leven is kunst. Iedereen is kunstenaar”.

Het zou een te eenzijdige beschouwing zijn om het werkproces van Hans Klein Hofmeijer alleen als een fysieke handeling te zien. Een schepping zonder denken. Een reeks foto’s van de werkplaatsen waar zijn werken ontstonden, spreken voor zich. Deze laten de omstandigheden zien waarin het proces plaatsvond. Men ziet, onder andere, een sobere kamer met lichtgrijze kale muren. Maar de kamer verandert. Eerst zijn er lege muren. Door de ramen schijnen lichtbundels naar binnen. Schaduwen en licht. Warmte verspreidt zich door de ruimte, over de grijze oppervlakten die met de dag voller worden met tekeningen en schetsen. Stilte. Werken. ‘s-Avonds een glas wijn. De volgende dag weer opstaan, concentreren, tekenen, schilderen, overdenken. Kunstenaar zijn.

Kunstenaars zonderen zich vaak vrijwillig af om geconcentreerd te kunnen denken en werken. Zij hebben de behoefte om zich over te geven aan het idee dat het proces niet altijd met een concreet werk hoeft te eindigen. De ruimtes tussen ‘niets en iets’ zijn delen van het ontstaansproces van een kunstwerk. Klein Hofmeijer noemt deze “de tussengebieden”: de gebieden tussen het echte werken en denken, tussen de gedachtenwereld en de concrete voorstelling.

Hans Klein Hofmeijer leeft redelijk afgezonderd. Daarover zegt hij: “Het gaat mij niet om het isolement op zich, eerder om de concentratie en de zorgvuldigheid die zich in deze atmosfeer kan manifesteren. Het is een prachtige ervaring om in een gehaaste wereld onhedendaagse aandacht te kunnen hebben ten dienste van de schoonheid en het detail”.

De rest is aan de toeschouwer. Ook hij moet aan het werk. ‘…………

Tekst door: Marijana Drozdek

» terug naar Teksten