In Memoriam
JAN HOET 1936-2015
Deze inspirerende geest heeft altijd een plaats ingenomen in mijn atelier. En zal dat ook altijd blijven doen.
“De enige mogelijke plaats van de kunstenaar is een plaats aan de rand van de dingen. De kunstenaar wil zich verlost zien uit de gevangenschap van de tijd. Hij weigert zich in de maalstroom van zijn tijd te laten meesleuren en inkapselen, een tijd waarin de mens gedomineerd wordt door economisch gedirigeerde structuren en systemen en waarin ook de kunstenaar steeds meer een instrument wordt van een mondiale dynamiek waarin alleen de marktwaarde nog de drijfveer vormt. Hij weigert zich in deze systemen in te schakelen. Maar hij schakelt zichzelf ook niet uit. Want hij zoekt een uitvalbasis, naar de plaats waar hij kan nadenken over de wereld en vanwaar hij signalen kan uitsturen”.”Kunst gaat altijd over vrijheid, over kunstenaars die proberen zich los te maken van het systeem, die nieuwe, onbekende werelden zoeken, hun eigen wereld scheppen”.
“Kunstenaars, ze zeggen niet: Zo is het. Nee, ze doen een voorstel. Kijk, ik zie het op die manier”
“Het vreemde en bevooroordeelde maakt plaats voor een vonk van aandacht, van begrip, meer dan genoeg om zich vragen te gaan stellen en om zelf in het kunstwerk op ontdekking te gaan. Als ik daarin mijn energie mag steken, dan ben ik een gelukkig mens. Want dan maak ik in het beste geval van grote mensen weer kinderen die onbevangen naar de dingen kijken. En is onbevangenheid niet een van de geheimen van het zien?”.
“Kunst verleidt ons om te leven. Kunst moet gezien worden als en activiteit, niet als een product”.
“De kunstenaar tijdens onze kantooruren: denkend, reflecterend en scheppend, in een poging om dieper door te dringen in wat de ‘anderen’ ontgaat of wat ze slechts oppervlakkig kunnen waarnemen met het oog of de rede. De kunstenaar die de wereld en zijn positie in die wereld als een mysterie ervaart en zelf op zoek gaat, vragen stelt, suggesties doet, tekens achterlaat. Terwijl anderen geleefd worden, is er iemand die het leven zelf achterna gaat. En de dood”.
“Jawel. Ik hou van kunstenaars die vanuit zichzelf, hun leven, het huiselijke misschien wel, streven naar het universele. Ik denk dat dát toch het geheim is van grote kunstenaars: ze vangen het universum vanuit een kleine wereld”.
Bronnen: ‘In de wereld van Jan Hoet’. Borgerhoff & Lamberigts
‘Jan Hoet’. Hans Den Hartog Jager. De Bezige Bij
‘Thiery De Cordier-tekeningen’. S.M.A.K.